De serie ‘Dumpert Filmt Je Werkplek’ is een serie aan leuke en luchtige filmpjes gericht op voornamelijk de jeugd, om een indruk te krijgen van de verschillende beroepen en werkplekken.
Wil je meelezen met wat er gezegd wordt, volg dan onderstaand script.
“Sylvana: Welkom bij ´Dumpert Filmt Je Werkplek´ en deze keer lopen we een dagje mee met een boswachter. ”
“René: En niet zomaar een boswachter maar boswachter…”
“Wessel: Wessel!”
“René: Jey precies, waar zijn we eigenlijk?”
“Wessel: Natuurkampeerterrein ´De Vlagberg´ in Sint Tunnis zoals wij het hier zeggen, of Sint Antonius eigenlijk. ”
“René: Wat is het eerste wat we gaan doen vandaag?”
“Wessel: Jullie tent opzetten. ”
“René: Wist je trouwens ook Nick dat het nu voor je moeder hier wel onveilig is? Want volgens mij *AAAH* is het zwijnen afschiet seizoen begonnen.”
(muziek: op de camping)
“Sylvana: Ja Nick die is nu dus bezig met zijn eigen tent en dat komt omdat hij heel erg snurkt. Dus hij mag niet bij ons in de tent.”
(muziek gaat verder)
“Nick (N): Ik ben echt nu al gesloopt. Ik zweer het je als je mijn onderbroek gaat uitwringen, dan komt er echt een liter zweet uit.”
“René: We zijn in het kantoor van Wessel. Er ligt hier een grote kaart voor ons maar eerst even voorstellen. Wie staat er naast je?”
“Wessel: Dit is Sjaak, is mijn collega BOA dus wij gaan altijd samen op pad. We gaan nooit alleen op pad. Dus, we gaan zo meteen op surveillance.”
“René: Je gaat het hele gebied door, of het halve gebied? Wat doe je?”
“Wessel: Nee, we kijken eigenlijk waar op dit moment de accenten liggen waar we extra op moeten letten. Dat verschilt een beetje per seizoen. Soms zijn er wat piekmomenten in wanneer er meer gedumpt wordt, of wanneer het broedseizoen is dat we extra in de gaten moeten houden dat er niet gestroopt wordt, of honden die achter de hazen aangaan of achter de jonge reetjes aangaan. Elk seizoen heeft een beetje zijn eigen ding. En soms krijgen we ook veel signalen uit een gebied dat we daar extra naartoe moeten om extra toezicht te houden.”
“René: Tussen ons,wat is het gekste wat jij ooit bent tegengekomen?”
“Sjaak: Dat zijn eigenlijk dozen vol met sex artikelen. Ja dat is wel van die vreemde vindingen dat je denkt van, ja mijn god.”
“René: Niet mee naar huis genomen voor de vrouw?”
“Sjaak: Nee echt niet , nee, nee, nee, nee, nee ze waren tweedehands dus nee.”
“René: Nou laten we gaan surveilleren en ik hoop eigenlijk ook op drie kisten vol met dildo´s.”
“Wessel: We gaan zo eerst eventjes een wildcamera ophangen. Want we hebben in een bosgebied een paar ingangen waar nog wel eens auto´s ´s nachts naar binnen komen. En we hopen een keer een kenteken vast te kunnen leggen zodat we het gesprek aan kunnen gaan met diegene.”
“Sjaak: Ja dit is een zogenaamde wildcamera. Wordt veel gebruikt om wild te kunnen monitoren en te kijken van wat wild er zit.”
“Wessel: We pakken nog even tie-ribs erbij en dan kunnen we hem even goed vastzetten en aan de boom hangen op een plek zodat hij niet heel erg opvalt en dan laten we hem een weekendje hangen kijken of er iets op staat.”
“René: Wat is het nummer van Waylon? Dan kan ik dat nu zien.”
(muziek)
“Wessel: Wat is dat dan?”
“René: We gaan eens vragen. We krijgen toch, ja we weten niet wat voor een actie het is?”
“Sylvana: Actie, in de taxi!”
“René: Jahaa, daar rijdt een auto in de verte. Start het spannende muziekje eens even op?
(spannend muziekje)
Nou we gaan kijken of dit wat wordt. Het is toch wel *….(mond beweegt maar zonder geluid)*
(spannend muziekje gaat verder)
Dit is een oudere heer.”
“Sylvana: Ja dat zie ik.”
“René: Ja, ja…die is de weg kwijt. Denk ik.”
“Sylvana: Oooh, dementie?”
René: Misschien is het wel een Duitser. (imiteert:) Ja ik dacht dat ik naar links moest maar dat was dus niet de bedoeling.”
“Sylvana: Oooh dat vind ik echt zielig. Zo’n hele oude man..ooh…”
(spannend muziekje gaat verder)
“René: Okay. Nou dat was euh? Wat was er aan de hand?”
“Wessel: Het was een van de jagers. Ik dacht het al te zien, ik zei het net al tegen Sjaak van een afstandje, want meestal herkennen wij de auto´s wel. Sommige gebieden die afgesloten zijn daar moeten de jagers dan met hun auto in omdat ze als ze iets schieten anders niet meer weg kunnen.”
“René: Wat komt hij jagen dan?”
“Wessel: Bijvoorbeeld een ree. Daar zit een maximum populatie op. Dat wordt dan bepaald op een gegeven moment aan de hand van wat het gebied voor druk kan hebben van hoeveel reeën.”
“René: En hebben jullie daar dan ook nog een rol bij verder of doen die jagers echt alles zelf?”
“Wessel: De jagers doen het zelf maar wij komen ze dus wel tegen en dan kijken we ook of alles gewoon gaat volgens de verwachting.”
(muziek)
“René: Wessel, het loopt tegen het donker aan, het wordt kouder, hoe lang gaat deze surveillance nog door?”
“Wessel: Ik denk dat we er zo mee ophouden. Het wordt inderdaad donker dus dan gaan we terug naar de werkschuur en dan hebben we er toch weer een mooie surveillance opzitten.”
“Sylvana: Maar het zijn wel hele lange dagen wat je maakt.”
“Wessel: Soms wel, soms ook niet. Maar ja weet je, ik vind het zo leuk, ik geef er ook niets om. Voor mijn gevoel kan ik soms ook eindeloos doorgaan dus af en toe moet ik wel zelf op de rem trappen dat ik niet maar door blijf gaan. Maar ja, het is leuk.”
“René: Maar heb je dan nog wel tijd om naar Dumpert te kijken?”
“Wessel: Best wel veel.”
“René: Toch wel?”
“Wessel: Ja want ik ben al een aantal jaar best vaak Dumpert aan het kijken ja. Hahaha.”
“René: Heel goed. We gaan terug naar kantoor. Gauw weg, Nick staat nog buiten. Doei!”
“René: Het is acht uur ´s ochtends. Goedemorgen.”
“Wessel: Goedemorgen. Goed geslapen?”
“René: Ja, jij Syl?”
“Sylvana: Euhm, ja.”
“René: Hoeveel broeken had je aan?”
“Sylvana: Drie.”
“René: Ik was ´commando´ maar goed, daar gaat het niet om. Wat gaan we doen Wessel?”
“Wessel: Even kijken of we reetjes kunnen vinden. Want het is nu net schemerig dus de reetjes die zijn actief. En ik weet dat ze hier regelmatig lopen rond het kampeerterrein dus het zou tof zijn als we er een tegenkomen.”
“René: Ja. Met reetjes bedoel je niet Dumpert reetjes maar van die hoorntjes…”
“Wessel: Ja met zo´n stangetje, ja.”
“René: Ja, helder.”
“Sylvana: Ik zou nu wel in de animatie wat rennende reten willen zien.”
“René: Dat is wel grappig ja, met geweien ook. Kom we gaan ze zoeken.”
(muziek)
“Sylvana: Wes, wat ben je nu aan het doen?”
“Wessel: Zag je ze net wegvliegen of niet?”
“Sylvana: Wat?”
“Wessel:Twee bonte spechten.”
“Sylvana: Ooh, nee. Hier leven ze in dan?”
“Wessel: Ja dit hollen ze helemaal zelf uit en dit kunnen ze ook als nest gebruiken eventueel. Niet in deze tijd natuurlijk maar dat kan wel.”
“Sylvana: Ja, vet! We gaan weer reetjes zoeken.”
“Wessel: Daar tussen de bomen. Hij gaat nou daar achter die struiken langs. Daar gaat ie. “Tweede. Zie je zie je hem? Draaien, draaien, verder, zoom in. Kom een klein stukje mee, kom een klein stukje ..daar, ja ja…”
“René: Waarom is het zo moeilijk om die beesten te zien?”
“Wessel: Nou in principe is het niet moeilijk om ze te zien, je moet altijd goed om je heen kijken he. Wat ik vaak merk is als mensen wandelen zijn ze alleen vooruit aan het kijken. Maar kijk eens echt om je heen, dat is heel tof, er is zoveel te zien vlak naast je, en zo´n reetje kan letterlijk op 5 meter van je af staan, echt stokstijf en die valt gewoon niet op door zijn kleur. We gaan gewoon lekker rustig doorlopen, een rondje, kijken of we er nog eentje tegenkomen of misschien een paar andere reetjes dat kan ook nog.”
(muziek)
“René: We lopen hier rustig door het bos, dat is ook een taak van Wessel, het is natuurlijk niet de bedoeling dat honden hier los rondlopen want die vreten reeen, uilen, konijnen, Sylvana´s ..die vreten alles.”
“Sylvana: Ik vind dit een beetje eng. Nee, ik vind dit echt niet leuk, ik vind het echt niet leuk. Dat vind ik echt eng als hij op me springt. En dit is dus de reden waarom ze niet mogen loslopen want ze luisteren voor geen meter.”
“René: Nou deze meneer die loopt hier met zijn hond.”
“Wessel: Je merkt nou hoe hij tegen ons aan springt dus ik wil dat niet hebben tegen andere recreanten en tegelijkertijd zie ik een hond echt achter de konijnen aangaan, dan is hij eigenlijk aan het stropen, dat wil ik gewoon niet hebben. Dus ik ga even het gesprek aan, maar dat doe ik even van jullie vandaan, vind je dat goed?”
“René: Ja hoor. Dumpert! Handhavers! ”
(muziek)
“Sylvana: Wessel, hoe ging dat?”
“Wessel: Dat ging goed. Dit is een campinggast dus daar ga je even het gesprek mee aan. Over het algemeen ga ik altijd het gesprek aan, ik ben niet iemand die direct schrijft. En vaak als je uitlegt wat de reden is dat je iemand erop aanspreekt is het al veel beter dan direct een bonnenboekje erbij pakken. Dus, nee, ging prima, we begrepen elkaar.”
“Sylvana: Ik vond je wel pittig.”
“Wessel: Dat komt omdat ik hem achter de konijnen aan zag rennen. En omdat ik ook niet wil dat hij tegen mensen aan springt.”
“Sylvana: Wat een kuthond zeg.”
“Wessel: Nee, het was een hartstikke lieve hond.”
“Sylvana: Luisterde echt niet.”
“René: Kijk dan toch mensen, dan ga je naar het bos en dan laat je je kleren liggen, ofzo. Kom je dit vaker tegen dat mensen gewoon hun rotzooi achterlaten in het bos?”
“Wessel: Ja, en zo te zien was dit iemand die heel nodig moest en waarschijnlijk zijn kleren niet op tijd uit kreeg, dus ik leg het even een beetje uit het zicht en dan haal ik straks de knijper en een zak en dan ruimen we het even op.”
“René: We staan nu voor of achter, hoe je het wilt zeggen, de vrijwilligers van ´Bronlaak´. Dat is een soort sociale samenwerking van de boswachterij met mensen met een gave.”
“Sylvana: Ja ze hebben allemaal een speciale gave en hier kunnen ze een soort van al de prikkels van de grote stad even uitzetten en lekker bezig zijn met elkaar.”
“René: In een prikkelarme omgeving aan het werk.”
“Sylvana: Hallo!
(muziek)
Theo, kun jij vertellen, wat doen jullie hier?”
“Theo: wij werken in opdracht van staatsbos, het onderhoud van recreatie en ook bosonderhoud. Die maaien hier de natuurspeelterreinen de natuurcampings. Wij onderhouden de wandelpaden en de ruiterpaden.”
“Sylvana: En hoe is dat om te doen Lisa?”
“Lisa: Leuk! Haha.”
“Sylvana: Wat gaan jullie vandaag doen of wat gaan wij doen?”
“Theo: Jullie mogen straks nog met een ´Malle Jan´ dat is een apparaat van vroeger nog om een stam uit het bos te halen. Ik heb net de bank ingespoten met natuurazijn die mogen jullie ook schoonmaken als jullie willen.”
“Sylvana: Er is genoeg werk te doen?”
“Theo: Er is genoeg werk voor jullie.”
(muziek)
“René: We staan voor een boom die al aardig bewerkt wordt. Wat zien we?”
“Wessel: Ja, ze hebben hier een stam uit het bos gehaald van ´Bronlaak´ en die stam wordt nu door John geschild, die is daar nu de schors van af aan het halen. Uiteindelijk dan droogt ie en dan wordt dat gebruikt als slagboom. En die wordt op een speciale manier ook uit het bos gehaald, met een speciaal apparaat waarbij mensen van ´Bronlaak´ samen moeten werken en dat mogen jullie dadelijk ook gaan proberen.
(muziek: hakken en zagen)
Is dit wat voor jou René, zo?”
“René: Nou ik moet zeggen, zo leer ik wel omgaan met mijn beperkingen.
(muziek gaat verder)
Dat is best zwaar nog.”
“Sylvana: Ja, maar dat heb je meestal met euh..”
“René: Ik snap wel dat jullie dat niet zelf doen. Grapje, grapje. ”
“Wessel: ik wou er nog antwoord op geven ook! ”
“René: Ben je er blij mee, met onze mooie stam? ”
“John: Ja. Ik heb gisteren Zwarte Piet op TV gezien! ”
“Sylvana: we hebben nu de boomstam hier naartoe getild en we gaan hem nu schillen, net zoals dat John aan het doen is.”
“René: Alleen dan waarschijnlijk slechter.”
(muziek)
“Wessel: Goed gedaan. Ziet er netjes uit.”
“Sylvana: Top!”
“René: Ennuh ja, is er nog meer te doen?”
“Wessel: Nou we kunnen nog wel even in de slootkant gaan helpen met wat wegknippen zodat het fietsenrek weer gebruikt kan worden, dat de sloot weer mooi vrij is. Dus ja, wat opschot wegknippen van de Amerikaanse Eik.”
“Sylvana: He, als dat geen schade wordt! Zo Michel, wij gaan jou eventjes helpen.”
“Michel: Dat vind ik wel leuk.”
“Sylvana: En nu hoor ik dat jij eigenlijk toch wel echt een voetbalfan bent.”
“Michel: Ja.”
“Sylvana: Ben je voor Heerenveen?”
“Michel: Voor Vitesse.”
“Sylvana: Vitesse? Nou in dat geval ga ik weer hoor!”
(muziek)
“René: Heb je nog meer klusjes?”
“Wessel: Ik heb een lekker smerig werkje nog.”
“Sylvana: Deze tafel is nu ingeazijnd met natuurazijn en nu gaan we hem eigenlijk helemaal de buitenkant eraf halen zodat hij weer helemaal mooi is. Soort van de echte ik ontdekken van de tafel.”
(muziek gaat verder)
“René: De tafel is geschraapt, ik vind hem prachtig. Vind jij hem ook net zo mooi als ik?”
“Wessel: Ik vind hem super geworden, lekker hard gewerkt. Ja mooi, kan er weer met droge billen op zitten dus goed zo.”
“Sylvana: Wes, we hebben een paar dagen met je meegelopen we hebben gezien wat je allemaal doet op de camping, in het bos. Heel erg bedankt daarvoor, het was ontzettend leuk.”
“Wessel: Ja jullie ook bedankt. Ik vond het tof! Ik heb mooie dagen gehad dus dank je wel!”
“René: Yes! En wij zijn er de volgende keer gewoon weer met ´Dumpert Filmt Je Werkplek´. Doei!”
“Sylvana: Nee niet zwaaien!”