Het beroep kapper kent een lange geschiedenis die teruggaat tot de oude steentijd, die loopt van 2,5 miljoen jaar tot 12.500 jaar geleden. In deze periode dacht men dat de ziel van de mens in het haar zat. Met het groeien van het haar groeide ook het opgebouwde kwaad. Wijze priesters hadden als taak om dit kwaad te verwijderen. Met vlijmscherpe stenen – andere werktuigen waren er nog niet – werd het haar afgeknipt. Je was voor enige tijd verlost van het kwaad, bovendien zag je er weer ‘verzorgd’ uit.
De eerste barbieren
Bij de oude Grieken ging het er iets moderner aan toe. Barbieren waren belangrijk, soldaten van Alexander de Grote werden in de strijd aan hun baard van het paard getrokken. Om dit te voorkomen moesten de soldaten elke drie dagen naar de barbier om hun baard af te laten scheren.
In de middeleeuwen was een ‘baardemaeker’ oftewel barbier iemand die bijlen (baarde), messen, scharen en tangen produceerde. Als barbier gebruikte hij zijn eigen gereedschap voor het trekken van tanden en kiezen, aderlatingen en kleine operaties. Omdat dit soort (vaak uiterst pijnlijke) operaties niet dagelijks voorkwamen, verdiende de meeste chirurgijns bij met het knippen en scheren van haren en baarden. Echte opleidingen waren er in die tijd nog niet, je leerde het vak van een ervaren barbier. Er werd weinig tot geen toezicht op beroepen gehouden.
Gelukkig voor de mensheid werd de eerste ‘doktersopleiding’ in het leven geroepen. Vanaf dat moment mocht de barbier en kapper zonder deze opleiding zich alleen nog maar bezig houden met: juist ja, het knippen en scheren van dames en heren. Wie een proef aflegde kon het recht krijgen tot het uitoefenen van kleine chirurgie, maar ook tot het verlenen van assistentie bij grote operaties. Steeds meer van deze barbieren sloten zich aan bij een gilde. Opvallend was dat barbieren samen met de geneeskundigen één gilden vormden.
De overstap naar pruiken
Aan het einde van de 18e eeuw ontstond de Franse Revolutie, die veel te maken had met een omwenteling in de politiek. Grote gepoederde pruiken waren de mode, zowel voor mannen als vrouwen. Vrouwen die in armoede leefden lieten hun haar bij de kapper knippen. Dit leverde wat geld op, van het mensenhaar werden pruiken gemaakt. Deze dure pruiken waren alleen weggelegd voor de rijken. Wie minder te besteden had, kocht een pruik van paardenhaar of yakhaar. Aan het einde van de Franse Revolutie begonnen mensen zich af te zetten tegen het dragen van pruiken. Voor de kapper was er weer werk aan de winkel.
De tegenwoordige tijd
De ouderwetse barbier wordt tegenwoordig weinig gezien, toch bestaat deze nog steeds. Daarnaast kun je terecht bij de heren- of dameskapper, of bij de gemengde kapsalon.
We laten ons met betrekking tot kapseltrends vooral leiden door (Hollywood)sterren. Een bekend voorbeeld zijn de Beatles in de jaren ‘60, die met hun lange haardracht een nieuwe trend wisten te zetten.
De moderne kapper heeft te maken met een hoop wet- en regelgeving. In het jaar 2000 werd het btw tarief voor kappersdiensten verlaagd van 19% naar 6%. Argument hiervoor was om zwart werken in deze branche tegen te gaan. Het was dan ook de bedoeling dat kappers hun tarieven zouden verlagen. Dit is in de praktijk weinig gebeurd, waardoor er op de eindstreep niet veel is veranderd. Behalve voor de professionele kapper zelf, die er meer aan overhoudt.
Naast de btw-regeling krijgt de kapper ook te maken met de Arbowet beleidsregels kappers, arbocatalogus en andere wet en regelgeving.
Graag wil ik weten wanneer dames voor het eerst hun haren kort lieten knippen. Ik heb n.l. voorouders uit 1800.
hoe heet het houten balletje dat je bij de barbier in je mond kreeg bij bijv. ingevallen wangen dan wel het ontbreken van een gebit. Het balletje zorgde er voor dat je een dikke wang kreeg, waardoor je beter geschoren kon worden.
Wie bedacht de kapper