Het beroep agrariër is wellicht een van de oudste beroepen uit Nederland. Een agrariër wordt ook wel een boer genoemd, die leeft van de landbouw of veeteelt. Onder landbouw verstaan we het verbouwen van groentes als tarwe, suikerbieten, aardappels, enzovoorts. Veeteelt is het houden van dieren, wat in Nederland vaak koeien, kippen, geiten, schapen of varkens zijn.
Een agrariër wordt enkel gebruikt als term voor een boer, wat per definitie een man is. De vrouw van een agrariër noemen we een boerin. Samen leven zij vaak op een boerderij, die tussen de akkers of landerijen wordt geplaatst. Zo is het makkelijk om het vee aan het eind van de dag naar de stallen, die vaak aan de boerderij worden gebouwd, te loodsen.
Een agrariër met een relatief klein stuk grond wordt onder agrariërs ook wel een zogenaamde keuterboer genoemd. De keuterboer heeft naast zijn werk als agrariër vaak nog een tweede baan om voldoende inkomsten te hebben voor zijn levensonderhoud. Iemand die zelf geen grond heeft, maar wel op het akkerland of de landerijen van een boer actief is, noemen we een landarbeider. In Nederland vind je bijvoorbeeld veel Poolse landarbeiders, die zich bezighouden met het plukken van tomaten in kassen, het plukken van aardbeien op de aardbeivelden, enzovoorts.
De werkdag van een agrariër
De dagindeling van een agrariër is vrijwel iedere dag hetzelfde. Hierbij dient wel een onderscheid gemaakt te worden tussen een agrariër die van de akkerbouw leeft en een boer die vee houdt. Een veeboer moet bijvoorbeeld al vroeg zijn bed uit om de koeien, schapen of geiten te melken en het vee naar de landerijen te begeleiden. Vaak wordt het vee ’s nachts naar binnen gebracht. Overdag houdt een veeboer zich bezig met het bijwerken van de administratie voor zijn bedrijf. Denk aan het bekijken van de melkopbrengst in de ochtend, het voer wat verbruikt is door het vee, enzovoorts.
Ook moet een veeboer de stallen overdag klaarmaken voordat het vee in de avonduren weer naar de stal trekt. Dit betekent dat er voor voldoende voer gezorgd moet worden, dat de uitwerpselen van het vee verwijderd moeten worden, enzovoorts. Vaak zijn de stallen zo vormgegeven dat dergelijke klussen razendsnel kunnen worden uitgevoerd.
Een agrariër die van de akkerbouw leeft heeft vaak drukke periodes, met daartussen periodes met meer rust. Zo moet een akkerbouwer ervoor zorgen dat de zaden tijdig in de grond zitten, dat de gewassen besproeid worden met gif om ziektes tussen de planten tegen te gaan, enzovoorts. In de zomermaanden moet een akkerbouwer zijn gewassen tijdig van het land halen om het rotten van zijn gewassen te voorkomen. Hierbij is het belangrijk om een goede balans te vinden tussen de maximale groei van zijn gewassen en het risico op het verrotten van een deel van zijn gewassen. De opbrengst moet immers zo hoog mogelijk zijn!
Tijdens de rustigere periodes zal een agrariër die van de akkerbouw leeft voornamelijk de administratie van het bedrijf bijwerken. Zo moeten er nieuwe zaden worden ingekocht, moeten er voldoende besproeiingsmiddelen aanwezig zijn, enzovoorts. Ook moet er voldoende ruimte gecreëerd worden om de oogst in op te kunnen slaan. Vaak wordt de oogst namelijk niet meteen door een opkoper opgehaald.
Opleiding tot agrariër
Het beroep agrariër wordt vaak van vader op zoon doorgegeven, mede doordat de boerderij en de landerijen al in de familie zitten. Een zoon die op een boerderij opgroeit zal van jongs af aan bij de processen op de boerderij betrokken worden. Denk aan het melken en verzorgen van het vee, het oogsten van de gewassen, enzovoorts. De kans is hierdoor groot dat een zoon de taken van zijn vader overneemt als deze met de akkerbouw of veeteelt stopt.
Ondanks het feit dat er bij het helpen op de boerderij al veel duidelijk zal worden over het wel en wee van het beroep agrariër, wordt er een speciale opleiding voor dit beroep aangeboden. Een agrariër moet namelijk niet alleen met zijn vee of gewassen om kunnen gaan, maar ook de administratie bij kunnen houden en kunnen werken met de verschillende machines. Een opleiding tot het beroep agrariër kan op zogenaamde Agrarische Opleidingscentra (AOC’s) gevolgd worden. Wanneer je de meer wetenschappelijke kant van het beroep agrariër op wilt gaan, is het raadzaam om te kiezen voor een opleiding aan het Wageningen University & Research Centre. Ook de CAH Vilentum Hogeschool in Dronten biedt een opleiding tot het beroep agrariër aan.
Is het beroep agrariër wat voor mij?
Ben je dol op het verzorgen van en werken met dieren? Heb je altijd al je eigen groenten willen verbouwen, maar vind je een moestuin te klein? Wellicht past het beroep agrariër dan perfect bij je! Vaak wordt het beroep agrariër beoefend door mensen die al van jongs af aan met dieren en gewassen in contact komen. Dit kan doordat ouders een boerderij hebben, maar bijvoorbeeld ook doordat vrienden of familie op een boerderij wonen.
Zeker bij een veeboer is het belangrijk om gedisciplineerd te kunnen werken en goed overweg te kunnen met zowel mensen als dieren. Zeker bij een groot boerenbedrijf zal je mensen moeten aansturen om het bedrijf draaiende te houden. Daarbij moet je ieder ochtend op tijd je bed uit om de gewassen te verzorgen of de dieren naar buiten te laten gaan. Door deze drukke periodes is er vaak maar weinig tijd voor vakanties, omdat het bedrijf meestal niet direct door anderen kan worden overgenomen.
Vacatures voor een agrariër
Er worden over het algemeen geen losse vacatures voor een agrariër aangeboden. Wel kun je als landarbeider aan de slag gaan en van daaruit doorgroeien naar de eigenaar van een landbouwbedrijf. Houd er rekening mee dat de meeste boerenbedrijven van vader op zoon worden doorgegeven, waardoor de kans erg klein is dat het je als buitenstaander lukt om een agrarisch bedrijf over te nemen.
Wel zou je kunnen zoeken naar boerderijen en stukken land die te koop worden aangeboden, waarmee je zelf een boerenbedrijf kunt beginnen. Je dient echter een groot vermogen te hebben om een dergelijke investering te kunnen bekostigen. Denk bijvoorbeeld ook aan de landbouwmachines, de machines voor het verzorgen van het vee, de kosten voor het vee zelf, enzovoorts.